- Henk Jan Klaassen (een pestkop)
- Mona de Vrij ( een heel erg rijk meisje)
- Dirk Minnekoosde ( een studie nerd)
- Rick Zwart (een stoere jongen)
- F. Riet ( de baas van een snackbar)
- G. Eest (een spook/geest)
- L. Amp (de baas van een lampen winkel)
- D. Ikke (een dikke Jongen)
Teken de personage's ook op papier, want dan weet je wat je moet schrijven. Het is een beetje onlogisch als je een personage met blonde haren hebt en je schrijf: haar bruine haren waaide door de wind. Als je niet goed kan teken maakt dat niet uit. Vraag iemand het voor jou te tekenen of schrijf het op bijvoorbeeld:
- Ahaab Irma
- Bruine haren
- Arme kleding
- Werkt in afhaal restaurant
- Isabella Sier
- Lange blonde haren
- Rijke kleding
- Krijgt heel veel zakgeld en is erg rijk
Isabella plofte neer op de bruine stoel, die in de hoek van de kamer stond. "mam" riep ze "heb je een zakdoek?". Michelle, de moeder van Isabella, kwam de kamer in en gaf haar een kleine roze zakdoek.